Vroegtijdige zorgplanning, 17 januari 2013

Wij willen in onze woonzorgcentra vertrekken vanuit de zorgthematiek die het levensverhaal van de bewoner kleurt. Vroegtijdige zorgplanning is voor ons dan ook veel meer dan een antwoord bieden op de vraag: “Hoe wil je verzorgd worden?”

Het betekent zicht krijgen op de zorgen, de noden, de vragen en de behoeften die het verhaal van de bewoner tekenen. Het wil leven en sterven op een zinvol verantwoorde manier verbinden met elkaar en dit vanuit een diep respect voor de eigenheid van elke bewoner. Vandaar dat we van bij de start oog willen hebben voor de diversiteit binnen de bewonerspopulatie.

Mensen komen naar onze woonzorgcentra met verschillende verwachtingen. Verwachtingen die bij voorkeur reeds zijn uitgesproken in de thuissituatie. Voor sommigen staat het verblijf in onze huizen gelijk met het verlangen om zo lang mogelijk te kunnen leven met de hulp van een zorgcultuur die alle mogelijkheden van het leven garandeert. Hoogtechnologische medische hulp, geavanceerde zorg, hospitalisatie … Voor anderen liggen de doelstellingen iets anders. De focus ligt hier eerder op het behoud van levensfuncties met als doel het leven leefbaar en aangenaam te maken. Niet alle medische en verpleegtechnische zorg wordt beoogd. De vrees voor hospitalisatie wordt gerespecteerd. De inspanningen die doorheen de zorgcultuur nagestreefd worden moeten in verhouding staan tot de voordelen die er kunnen uitgehaald worden.

Voor anderen is het woonzorgcentrum de plaats waar het leven rustig geleefd kan worden ten einde toe. Het comfort van leven en sterven staat van bij de start in de focus. Welke keuze men ook maakt bij opname, de zekerheid wordt aan bewoners geboden dat op elk moment keuzes kunnen herbekeken worden. We spreken dan ook bewust over een “onderhandelde zorg”.

We willen vertrekken vanuit de noden en verlangens van de bewoner en zijn/haar familie/naasten. De centrale vragen zijn “Wat wil jij? Wat verlang jij? Waar wil jij je aan toevertrouwen?” We willen de visie van de bewoner kennen rond zorgcultuur en groeiende afhankelijkheid. We willen een zorg op maat uitbouwen die door de bewoner uitgetekend is in overleg met het woonzorgcentrum. We willen ruimer werken dan een zorgcultuur die vaak het hebben en kunnen te scherp in de focus neemt. Niet zozeer wat wij, zorgverleners, verwachten maar eerder wat de bewoner verwacht moet de leidraad zijn van ons handelen. We willen aandacht hebben voor het netwerk dat zich rond de bewoner situeert. Familie/naasten, ze worden mee gehoord en gedragen. Vandaar onze vraag om van bij de start zicht te krijgen op het mandaat van vertegenwoordiging.

Wij willen dan ook garant staan voor een grondhouding die het verhaal van de bewoner draagt en voedt en die vanuit een diepe stille bewogenheid aandacht heeft voor de concrete zorgen, noden en vragen van de bewoner. We willen doorheen het verblijf van de bewoner in onze huizen een gids zijn in de keuzes die gemaakt worden vanuit de zorgthematiek van het leven en de verzorging die hiermee verbonden is.

Onze keuze voor vroegtijdige zorgplanning vertrekt vanuit de bewoner en krijgt vorm doorheen een interdisciplinaire werking. De bewoner en zijn (aangeduide) familie/naasten worden in de besluitvorming op regelmatige basis gehoord en betrokken en dit in overleg met de arts, de zorgverleners, het woonzorgcentrum en zijn vertegenwoordiger.

We willen als huis garant staan voor het bewaken van het juridische kader dat de bewoner beschermt (Wet op de patiëntenrechten 2002 , Wet op Palliatieve zorg 2002, Wet op euthanasie 2002, Grondrechten van de Europese unie 2000, Kwaliteitsdecreet en het Woonzorgdecreet van 2010). 

Vanuit een diepe ethische bewogenheid willen we doorheen uitgebouwde ethische structuren en overlegmomenten erover waken dat het waardenkader van de bewoner en van dat van alle betrokkenen gerespecteerd wordt en dit vanuit de missie en visie van de vzw Zorggroep Zusters van Berlaar. We willen deze zorg bieden binnen de grenzen van de economisch sociale realiteit waarbij we streven naar een gezonde transparante prijs-kwaliteit verhouding.

Onze fundamentele keuze voor het uitbouwen van een zorg die vertrekt van de vraag “Waarover maak jij je zorgen?’’ vraagt een voortdurende aandacht vanuit onze kwaliteitscirkels.

Het levensverhaal van mensen is het vertrekpunt van ons ethisch verantwoord werken en zorgen voor. We willen vanuit een open dialoog een transparant onthaal creëren dat aandacht geeft aan de zorgen en noden van de bewoner en zijn naaste omgeving. 

Onze aandacht voor mobiliteit en valpreventie wil de eigenheid, de autonomie en de zelfredzaamheid van elke bewoner bewaken en garanderen. Onze voeding, maaltijd en hotelzorg wil de levenskwaliteit van de bewoner mee vorm geven. Leven en psychosociaal welbevinden worden doorheen een animatieve grondhouding en wooncultuur behartigd. In de kwetsbaarheid van het leven en de groeiende afhankelijkheid in de zorg willen we oog behouden voor detail en garant staan voor een goede hygiëne en professionele wondzorg. We willen een luisterend oor zijn voor het levensbeschouwelijke zingevingkader van de bewoner en mee zoeken naar rituelen en symbolen die hiervoor tekenend zijn. Met zorg en in overleg willen we ruimte laten voor beschermende maatregelen en aandacht schenken voor valpreventie. Dit vanuit een interdisciplinair overleg waarbij de bewoner of zijn vertegenwoordiger centraal staat. 

Het sterven, afscheid nemen en loslaten zijn thema’s die vorm krijgen in onze palliatieve zorgcultuur. Heel bewust willen we aandacht geven aan onze meest kwetsbare wilsonbekwame bewoners. Juist hier is het verhaal van “vroegtijdige zorgplanning” zo belangrijk. Onze zorg in vraag stellen is hier een must. Kunnen we een antwoord geven op de vraag: “Wat wij nu doen, zou hij/zij dit gewild hebben?” De specifieke doelgroep bewoners met dementie vraagt een voortdurend kritische bevragen en bewaken van onze zorg. Niet zozeer “Wat doen we?” maar eerder “Waar zijn we mee bezig?” “Voegen we dagen aan het leven toe of leven aan de dagen toe …” Vragen die juist hier vroegtijdig en met de juiste mensen moeten besproken worden.

1. Wij willen in onze huizen vertrekken vanuit  het levensverhaal van de bewoner dat de zorgthematiek kleurt.

2. We willen oog hebben voor de diversiteit binnen de bewonerspopulatie.

Het verlangen om zo lang mogelijk te kunnen leven met de hulp van een zorgcultuur die alle mogelijkheden van het leven garandeert.

Het behoud van levensfuncties met als doel het leven leefbaar en aangenaam te maken.

Het comfort van leven en sterven dat van bij de start in de focus staat.

3. We kiezen voor een “onderhandelde zorg”.

4. Wij willen garant staan voor een basishouding die ruimte laat voor het verhaal van bewoners.
    Die ruimte laat voor stille aanwezigheid, die ruimte biedt aan gidsen om bewoners  keuzes te helpen maken.

5. We willen resoluut kiezen voor een interdisciplinaire werking.

6. We willen het juridische kader bewaken ter bescherming van de bewoner
  (Rechten van de Patiënt 2002 , Wet op Palliatieve zorg 2002,Wet op euthanasie 2002, Grondrechten van de Europese unie
  2000, Kwaliteitsdecreet en het Woonzorgdecreet van 2010).

7. We willen reflecteren vanuit een menswaardige ethische bewogenheid.

8. We willen zorg verlenen op maat vanuit een voortdurende aandacht voor onze kwaliteitscirkels.

9. We bieden deze zorg binnen de grenzen van de economisch sociale realiteit.