Beschermende maatregelen: het gebruik van fysieke fixatie, versie 1

Onder fysieke fixatie verstaan we alle materialen die aan of in de buurt van het lichaam van de bewoner worden aangebracht, die de bewoner zelf niet gemakkelijk kan verwijderen en die de bewegingsvrijheid of de normale toegang tot het lichaam kunnen beperken. Onder fysieke fixatiemaatregelen onderscheiden we twee soorten:

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Beschermende maatregelen:
fysieke fixatie die bedoeld is om de bewoner te beschermen (o.a. valgevaar, bescherming incontinentiemateriaal, of gevaarlijk gedrag).

Functie-bevorderende maatregelen:
fysieke fixatie die bedoeld is om het functioneren te bevorderen (bv. voorzettafel om te eten of te steunen, kantelen van een zetel voor comfort, toiletgordel om stabiel op toilet te kunnen zitten).

Hierbij horen ook vrijheidsbeperkende maatregelen die een bewoner zelf vraagt.

Niet-vrijheidsbeperkende maatregelen

Fysieke fixatie die de vrijheid niet extra beperkt omdat een bewoner al in zijn vrijheid beperkt is omwille van lichamelijke zorgafhankelijkheid.

Wanneer we bij een bewoner voor de keuze staan om al dan niet fysieke fixatie toe te passen, beogen we dit steeds (1) (3) (5) bewust, (2) ethisch en (4) correct te doen.

(1) Het toepassen van fysieke fixatie is in ons woonzorgcentrum geen routinemaatregel. Fysieke fixatie wordt toegepast aan de hand van een vooropgestelde procedure. Voor elke vorm van fysieke fixatie wordt een meldingsfiche opgemaakt waarbij in eerste instantie een onderscheid wordt gemaakt tussen vrijheidsbeperkende en niet-vrijheidsbeperkende maatregelen. Voor vrijheidsbeperkende maatregelen wordt een onderscheid gemaakt tussen beschermende en functie-bevorderende maatregelen. Voor beschermende maatregelen wordt altijd voorafgaand een overleg gepland met alle betrokkenen (bewoner, familie/naasten, interdisciplinair team) waarin alle mogelijkheden en alternatieven worden overlopen met hun voor- en nadelen (onderhandelde zorg). Het gebruik van functie-bevorderende maatregelen wordt altijd besproken met het interdisciplinair team waarbij tevens alternatieven worden afgewogen met hun voor- en nadelen. De bewoner/vertegenwoordiger en familie/naasten worden ingelicht en de toestemming wordt gevraagd van de bewoner/vertegenwoordiger. Bij weigering volgt een ethisch overleg met alle betrokkenen zoals bij beschermende maatregelen. In elk overleg steunen we op een christelijk geïnspireerde visie waarbij we vanuit onze eenvoud en oprechtheid respect hebben voor de persoonlijke levensvisie, het levensverhaal van elke bewoner en de diversiteit binnen de bewonerspopulatie. We doen dit vanuit een grondhouding die het verhaal van de bewoner draagt en voedt en die vanuit een diepe stille bewogenheid aandacht heeft voor de concrete zorgen, noden en vragen van de bewoner (zie opdrachtsverklaring en charter vroegtijdige zorgplanning). Tevens wordt het juridische kader bewaakt (Wet op patiëntenrechten, 2002).

In acute situaties kan een verpleegkundige of een zorgkundige onder toezicht van een verpleegkundige een fysieke fixatiemaatregel (beschermende maatregel) toepassen als het gedrag van de bewoner een gevaar betekent voor hemzelf of anderen en er op dat moment geen alternatief is (KB nr. 78, 10/11/1967). Het toepassen van de beschermende maatregel wordt genoteerd in het zorgdossier en een meldingsfiche acute fysieke fixatie wordt ingevuld. De huisarts wordt op de hoogte gesteld. Zo snel mogelijk wordt een overleg gepland met alle betrokkenen om na te gaan of de maatregel kan worden stopgezet.

(2) Tijdens elk overleg krijgt iedereen de kans aan te geven wat de verschillende maatregelen voor hem betekenen. Advies wordt ingewonnen van alle betrokken disciplines (interdisicplinair) en de referent fixatie (“referent beschermende maatregelen”). Voor beschermende maatregelen en bij weigering van functie-bevorderende maatregelen volgt een ethische afweging van de waarden die voor de verschillende betrokkenen belangrijk zijn.

Enkele fundamentele waarden die we steeds meenemen in het beslissingsproces zijn:
• Welzijn van de bewoner (veiligheid)
• Waardigheid van de bewoner
• Autonomie, zelfredzaamheid en participatie van de bewoner (vrijheid)
• Verbondenheid en vertrouwen tussen bewoner en alle andere betrokkenen

(3) Voor elke fysieke fixatiemaatregel, zowel de vrijheidsbeperkende als de niet-vrijheidsbeperkende fixatiemaatregelen, wordt een meldingsfiche niet-acute fixatie ingevuld. Alle fiches worden ondertekend door een verpleegkundige en de referent fixatie/VIP fixatie van de afdeling. Voor vrijheidsbeperkende maatregelen wordt een handtekening gevraagd aan de bewoner of zijn vertegenwoordiger (cfr. recht op toestemming/weigering, wet patiëntenrechten 2002). De huisarts wordt in kennis gesteld. (cfr. KB nr. 78, 10/11/1967: het toepassen van fysieke fixatie is een verpleegkundige handeling waarvoor geen medisch voorschrift nodig is, maar het blijft wel een handeling met medische verantwoordelijkheid).

(4) Indien beslist wordt om een fysiek fixatiemateriaal aan te wenden, wordt gekozen voor veilig materiaal dat correct wordt toegepast. Maatregelen worden genomen om risico’s ten gevolge van fysieke fixatie te beperken en het comfort te verhogen. Er wordt gezorgd dat de bewoner steeds hulp kan inroepen. Het materiaal wordt enkel gebruikt voor die momenten waarop geen alternatief mogelijk is.

(5) Het gebruik van fysieke fixatie wordt regelmatig geëvalueerd: enerzijds of het gebruik nog nodig is, en anderzijds of het correct gebruikt wordt. Voor niet-vrijheidsbeperkende maatregelen gebeurt dit bij verandering van de toestand of op zijn minst jaarlijks. Voor vrijheidsbeperkende maatregelen gebeurt dit bij verandering van de toestand en op zijn minst tweemaandelijks. Bij elk optredend probleem gebeurt wel onmiddellijk een evaluatie. De evaluatie gebeurt door een interdisciplinair team, de bewoner en/of zijn familie/naasten en/of vertegenwoordiger (bij een wilsonbekwame bewoner). Via registraties krijgen afdelingen regelmatig feedback over hun gebruik van fysieke fixatie in vergelijking met andere afdelingen.

Met de nodige inspanningen en mits een goede tijdsplanning beogen we bovenstaande zorg zo goed mogelijk te realiseren binnen de economische sociale realiteit.

Het bewust, ethisch en correct toepassen van fysieke fixatie wordt ondersteund door de referent fixatie (“referent beschermende maatregelen”) van elk woonzorgcentrum. Hij/zij leidt de kwaliteitscirkel valpreventie en beschermende maatregelen, geeft vormingen aan medewerkers en heeft een adviesfunctie. Op vzw-niveau worden de referenten fixatie ondersteund door de stafmedewerker woon en zorg.

Naast personen is er ook materiaal dat het toepassen van fysieke fixatie ondersteunt: o.a. de procedure, de verschillende stappen van ethische besluitvorming en een alternatievenbundel.