Omgaan met dementie, 25 februari 2013

De kwaliteitscirkel “dementie” helpt ons om een zorg op maat uit te bouwen die enerzijds de autonomie van de bewoner respecteert en anderzijds de kwetsbaarheid van het ziekteproces ernstig neemt.

Via transmurale contacten en het familie/ naasten georiënteerd werken worden we geholpen om zicht te krijgen op de visie van de bewoner rond leven, lijden, liefhebben, zorgen voor, afhankelijkheid, sterven … Dit helpt om een zorg uit te bouwen die in de lijn ligt van het levensverhaal van de bewoner met dementie. Onze vroegtijdige zorgplanning is hierbij een houvast en helpt ons in de keuzes van zorg die moeten gemaakt worden.

We hebben tevens aandacht voor de familie/naasten als medeactor in de begeleiding van hun familielid/naaste. We hebben de taak om inzicht te geven in het proces van dementie en hen bij te staan tijdens het ganse verblijf van hun familielid/naaste.

Vanuit de belevingswereld, het levensverhaal, de wensen en behoeften van onze bewoners willen we met onze zorg komen tot een optimale levenskwaliteit. Daarom hebben we oog voor de diversiteit binnen de groep bewoners met dementie. Sommigen verlangen om zo lang mogelijk te kunnen leven met de hulp van een zorgcultuur die alle mogelijkheden van het leven garandeert. Anderen kiezen voor het behoud van levensfuncties met als doel het leven leefbaar en aangenaam te maken. Tenslotte zijn er bewoners waarbij comfort van leven en sterven van bij de opname in de focus staat.

Dementie als ziekte houdt groeiende wilsonbekwaamheid in en verplicht ons om een wettelijk kader (Wet op patiëntenrechten 2002 , Wet op Palliatieve zorg 2002,Wet op euthanasie 2002, Grondrechten van de Europese unie 2000, Kwaliteitsdecreet en het Woonzorgdecreet van 2010 ) te volgen dat ons de zekerheid geeft dat, wat we doen, in de lijn ligt van wat de bewoner met dementie wil of zou gewild hebben. In de zorg voor mensen met dementie is het daarom essentieel om het mandaat van vertegenwoordiging van bij opname te bekrachtigen.

Wij willen garant staan voor een “basisattitude” die ruimte laat voor het verhaal van bewoners, die ruimte laat voor stille aanwezigheid, die ruimte biedt aan gidsen om bewoners met dementie die keuze te helpen maken die in de lijn ligt van wat hij/zij wil of zou gewild hebben.

Omwille van de grote kwetsbaarheid enerzijds en de toenemende wilsonbekwaamheid van bewoners met dementie anderzijds is het essentieel om interdisciplinair te werken en ruimte te voorzien voor transmurale contacten.

Een kritisch- ethische reflectie moet ons helpen waken over kwaliteit van leven en kwaliteit van sterven. Dit moet resulteren in een zorg op maat. Onze palliatieve cultuur is ondersteunend doorheen de verschillende stadia van het dementeringsproces.

Onze referentiepersonen dementie moeten erover waken dat het zorgtraject dat binnen de kwaliteitscirkel dementie beoogd wordt concreet vorm krijgt. Medewerkers kunnen rekenen op een goede begeleiding en de mogelijkheid tot vorming om hun competentie met betrekking tot belevingsgericht werken te optimaliseren. Samen moeilijke momenten dragen, oog hebben voor details en meegaan in de belevingswereld zijn daar enkele voorbeelden van.

Het streven naar goede begeleiding en het feit dat onze bewoners zich erkend en gewaardeerd voelen, geeft voor beide partijen vertrouwen en voldoening.